We moeten spelen van Rob Martens, een belangrijk advies

‘We moeten spelen’ is geschreven door Rob Martens, hoogleraar aan de Open Universiteit, faculteit Onderwijswetenschappen. Maar het is zeker geen academisch boek: practice what you preach heeft Martens vast gedacht. Dus ook dit boek is vrolijk, speels. Vol met serieuze informatie, maar wel op een verwonderende manier gebracht. En daarin helpen de illustraties van Mark Schalken ook. Een interessant boek om te lezen over het hoe en waarom van spelen en leren, en wat de waarde daarvan is ons (volwassen) leven.

Spelende honden

Het boek begint bij het ontrafelen van wat spelen eigenlijk is, door te kijken naar het spel van honden. Dus een meer biologische insteek, waar je al veel uit kunt halen. Spelen is vrijwillig, je kiest er zelf voor om mee te doen. En er hoort plezier en betrokkenheid bij, echt meedoen. En vaak is het met humor, of juist spannend. Je gaat er in op. Je kunt ook zelf kiezen om weer te stoppen met spelen, honden geven dat letterlijk aan door te gaan liggen of de kop te laten hangen. En belangrijk: spelen heeft geen concreet doel, het gaat om het moment zelf. Je leeft jezelf in, een spel is dus niet ‘echt’. Een ander aspect is de sociale kant: met anderen omgaan, jezelf laten zien, samen spelen.

Ik vind het interessant om zo al deze kanten van spelen te zien, en het is inderdaad ook herkenbaar. Bij honden, bij kinderen, maar net zo goed bij volwassen. Als je kijkt naar deze aspecten, dan is zingen in een koor ook een manier van spelen, of voetbalsupporter zijn. Of bijvoorbeeld een gedicht schrijven. Er valt veel te zeggen over spelen, dat blijkt wel in dit boek. En het maakt ook onderdeel uit van je ontwikkeling van kind naar volwassenen, in je spel probeer je dingen uit, kun je experimenteren en leren.

Al spelend leren

Martens gaat in dit boek in tegen een soort algemene opvatting dat leren (op school) iets anders is dan spelen. Dat Fortnite gamen op de computer niet zoveel te maken heeft met de cognitieve ontwikkeling die op school centraal staat. Hij vindt het een denkfout dat spelen en leren een tegenstelling lijkt te zijn. Door te spelen leer je. En dat kan op zoveel verschillende manieren, dat is niet een rechtlijnig proces in 1 streep naar de uitkomst.

Een mooi voorbeeld in het boek vind ik het onnozele kaartspelletje wat de schrijver aanhaalt. Op de middelbare school speelde hij met zijn vrienden urenlang een simpel kaartspelletje. De uitdaging zat niet in het spelletje zelf, maar wel in het bluffen, observeren van je tegenstanders, herkennen hoe de ander speelt, anticiperen enz. Ik kan me direct voorstellen dat de schrijver daar in zijn werkende leven wat aan gehad heeft. En zo kun je ook parallellen trekken met muziek, films, handvaardigheid. Naast de ‘gewone’ leervakken.

Rob Martens

Spelregels en spelbrekers in ‘We moeten spelen’

In het boek wordt concreet gemaakt waar spelen uit bestaat, waarom het belangrijk is, maar ook wat het spel letterlijk en figuurlijk kan bederven. Als je die lijn doortrekt, heeft dat ook consequenties voor het leren en de organisatie van het onderwijs. Om dat extra kracht bij te zetten haalt Martens in zijn boek ook verschillend quotes aan van succesvolle mensen (Nobelprijswinnaars enz) die allemaal benoemen dat juist het onderwijs in de weg staat van echte ontwikkeling en het leren in brede zin. In creativiteit, op onderwerpen die bij je passen, buiten de gebaande paden.

En juist door het belang van spelen wat eerder wordt toegelicht, roept het natuurlijk de vraag op hoeveel ruimte er is voor spelen in het onderwijs. Maar ook in mijn eigen leven bijvoorbeeld. Homo ludens, de spelende mens, zag ik vorig jaar tijdens mijn vakantie op een vakantiehuisje staan. Uit de serieusheid en de structuren, en meer plezier maken en op die manier je speels ontwikkelen. Daar heeft dit boek me weer aan herinnert.

Specificaties We moeten spelen

Auteur: Rob Martens | Uitgever: Lannoo | April 2021 | 9789401479400 | 220 pagina’s | Meer informatie bij je lokale boekhandel of vind je hier

Footer5


Anouk
Delen is enorm lief

Ik ben Anouk (40) en samen met mijn zoon Mels van 11 jaar lezen we graag wat af. Althans, ik lees alles wat los en vast zit. Papier en e-reader. Mijn zoon leest alles wat niet saai is. Naast schrijven en boeken verslinden, wandel ik ook graag. En soms met iets meer tempo, dan hardloop ik lekker door Zwolle.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Bericht reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.